Uw 3D-bestand omzetten in G-code

In deze video laten we zien hoe je een 3D-bestand omzet in een goede G-code met Fusion360 als CAM-software (Computer Aided Manufacturing).

Als je meer wilt weten over de concepten in deze video, lees dan onze gedetailleerde artikelen:

• Hoe de juiste frees te kiezen
• Aanzetten en snelheden kiezen
• Freesbewerkingen kiezen
• De juiste post-processor gebruiken

Introductie

"Hallo, met Martin van Mekanika. In deze video laat ik je zien hoe je een 3D-model omzet in G-Code.

In de vorige video hebben we het gehad over 2D-bestanden en hoe je een 3D-model maakt in het ontwerpgedeelte van Fusion360.

Nu gaan we de productiemodus gebruiken om instructies te genereren.

Deze instructies worden G-code genoemd. Wat we in deze stap willen doen, is de gereedschapsbaan van de verschillende bewerkingen genereren?

Laten we eens kijken hoe we dat in het programma kunnen doen."

Fabrikant selecteren

"Het eerste wat je moet doen is op het dropdownmenu hier links klikken en de productiesectie selecteren.

Je ziet dat de opties in de bovenste balk veranderen van 3D-modelleringsopties naar verschillende snijbewerkingen.

Voordat we een bewerking maken, moeten we onze voorraad definiëren."

Voorraad definiëren

"De grondstof vertegenwoordigt de afmetingen van het ruwe materiaal dat je wilt snijden.

Je moet een materiaal kiezen dat groter is dan het onderdeel dat je wilt snijden, omdat je aan de zijkanten ruimte nodig hebt om het onderdeel op je werktafel vast te klemmen.

Hier hebben we gekozen voor een vierkant van 15 cm en 12 mm dik.

Nu moeten we de oriëntatie van dat materiaal bepalen volgens de XYZ-as van je machine.

Laten we teruggaan naar de computer om die instelling te maken.

Klik op het setup-pictogram. Je ziet dat er twee dingen verschijnen: Het eerste is de transparante box met drie assen rondom je model en het andere is het instelmenu.

Eerst moet je de oriëntatie van deze drie assen kiezen. Klik op het uitklapmenu "WCS" en kies een manier om ze te definiëren. Zoals je net hebt gezien, is de Z-as altijd verticaal. Klik dus op de verticale rand van je model om deze te definiëren.

Laten we hetzelfde doen met de X- of Y-as.

We moeten nu de afmetingen van onze voorraad definiëren.

Als u op het tabblad "Voorraad" klikt, krijgt u toegang tot de opties. Zoals je kunt zien, zijn er veel manieren om de exacte grootte van je voorraad te bepalen. Laten we kiezen voor "voorraad toevoegen aan alle zijden". In ons geval is dit 55 mm in de X-richting en 25 mm in de Y-richting.

U kunt de uiteindelijke afmetingen van uw voorraad hieronder controleren.

Voordat u dat venster sluit, gaat u terug naar het tabblad "WCS" en definieert u het voorraadpunt. We raden aan om dat punt altijd in de linker benedenhoek te definiëren. Hierdoor zullen al je G-code instructies positief zijn. Je kunt dan gemakkelijk zien dat er een probleem is als je een negatieve instructie ziet. Maar je zult het snel beter begrijpen.

U kunt nu op enter drukken om deze instelling te valideren.

Nu we ons materiaal gedefinieerd hebben, moeten we het juiste gereedschap kiezen om het te frezen.

We hebben gezien dat onze kamer eigenlijk 8,5 mm breed is, dus we kunnen hem uitfrezen met een 6 mm 3-fluten vlakke frees.

Ik weet dat het ingewikkeld klinkt, dus als je meer wilt weten over hoe je de juiste frees kiest, ga dan naar onze website. De link staat in de beschrijving hieronder

Terug naar Fusion360 om dat gereedschap in onze bibliotheek te definiëren. Klik hier op het pictogram "Gereedschapsbibliotheek". Het venster van de gereedschapsbibliotheek wordt geopend en je ziet dat er al enkele Fusion360-gereedschappen zijn gecodeerd, maar je kunt natuurlijk je eigen gereedschap toevoegen. Selecteer je lokale bibliotheek en klik op het "+" pictogram.

Er bestaan veel verschillende soorten frezen, maar hier kiezen we voor het type vlakke frezen. In dit submenu kun je alle eigenschappen van je frees definiëren.

We zullen ons concentreren op drie daarvan: De "Algemene", de "Frees" en de "Snijgegevens".

Op het tabblad "Algemeen" kun je je gereedschap een naam geven of zelfs koppelen aan je freesleveranciers.

Op het tabblad "Frees" moet je het type en de geometrie van je gereedschap definiëren. Meet gewoon je frees en vul de lege plekken met de juiste informatie. In ons geval gebruiken we een hardmetalen frees met 3 groeven, diameter 6 mm, schacht ook 6 mm, 50 mm in totaal, 25 in de houder, 25 schouders en 20 mm groeflengte.

Het gedeelte "Snijgegevens" is misschien wel het belangrijkste deel. Hier definiëren we de voedingen en snelheden, wat betekent dat we Fusion vertellen hoe snel we het materiaal willen snijden. Hier snijden we multiplex met een gereedschap van 6 mm, dus ik weet dat we op een Mekanika Pro Series 15.000 tpm kunnen instellen als spindelsnelheid en 2.000 mm/min als voedingssnelheid.

Inloop-, uitloop-, insteek- en hellingssnelheden zijn verschillende benaderingen. We hoeven daar nu niet verder op in te gaan, maar je kunt 1500 instellen voor lead-in, lead-out en ramp en 300 voor plunge.

Als je meer wilt weten over aanzetten en snelheden, lees dan het artikel op onze website.

Je kunt nu op de knop accepteren klikken en zien of het gereedschap correct is toegevoegd aan de bibliotheek."

Freesbewerkingen definiëren

"OK, nu we ons gereedschap hebben toegevoegd en onze opstelling klaar is, kunnen we beginnen met het definiëren van de freesbewerkingen.

Laten we beginnen met de eenvoudigste bewerking: het uitsnijden van dat gat.

Hiervoor blijven we in het gedeelte "Manufacturing" van Fusion360 en klikken we op het vervolgkeuzemenu 2D. Je ziet dat Fusion verschillende soorten 2D-bewerkingen voorstelt. Voor de eerste stap gaan we de "Bore" bewerking gebruiken.

Een "Bore" bewerking wordt gebruikt om cilindrische gaten of eilanden te maken. In Fusion zijn de 2D-bewerkingen altijd onderverdeeld in 5 tabbladen:

"Gereedschap" gaat uiteraard over het gereedschap dat je kiest en de aanzetten en snelheden die bij de bewerking horen.

"Geometrie" is het tabblad waar je de te frezen kanten of vlakken selecteert.

Met "Heights" kun je verschillende hoogtes instellen voor de boven- of onderkant.

Met "Passes" kun je bijvoorbeeld de zaagdiepte instellen.

En met "Linking" vertel je de machine hoe hij de verschillende bewerkingen moet benaderen of bewegen.

Het is maar dat je het weet: alle bewerkingen zijn onderverdeeld in dezelfde vijf tabbladen.

Laten we beginnen met het gereedschap. Blader door de gereedschapsbibliotheek en kies de frees die we zojuist hebben gemaakt. Controleer of de aanzetten en snelheden correct zijn.

Ga naar "Geometry" en selecteer de voorkant van de boring die je wilt maken.

Op het tabblad "Passes" moet je de steek van de bewerking "Bore" definiëren. In ons geval stellen we 2 mm in. Als je meer wilt weten over alle andere opties, laat je je muis er gewoon even op staan.

Op de tabbladen "Hoogtes" en "Koppelen" hoef je niets te veranderen

Klik op OK en bewonder de freesbaan van je eerste bewerking.

OK, nu willen we de sleuf en de kamer frezen. Daarvoor moeten we de 2D-zakbewerking gebruiken. Je herkent de vijf dezelfde tabbladen, dus je weet dat we zullen beginnen met het definiëren van ons gereedschap.

Standaard toont Fusion het laatst gebruikte gereedschap. In ons geval is dat wat we willen, dus gaan we naar het tabblad "Geometrie".

Voor een zakbewerking kun je vlakken of sporen selecteren. In dit geval gaan we beide mogelijkheden gebruiken. Klik op de sporen om de sleuf te selecteren en op het gezicht om de zak te selecteren. Opnieuw niets te veranderen op het tabblad "Hoogtes".

Op het tabblad "Passen" kun je de standaardvoorraad verwijderen om te laten staan. Je kunt de optie voor meerdere dieptes activeren en 3 mm instellen. Je kunt ook de beide richtingen optie activeren. Dit betekent dat het gereedschap in de twee richtingen zal snijden.

Tot slot kun je de aanloop en uitloop verwijderen op het tabblad "Koppeling".

Klik op "OK" en we zijn klaar met de zakbewerking

Laten we tot slot de omtrek van ons object uitsnijden. Je snapt het vast al: we hebben de "Contour" bewerking nodig. Gebruik hetzelfde gereedschap en selecteer het spoor op het tabblad "Geometrie".

Activeer de optie "Tabs": dit zal contour tabs creëren die nodig zijn om het stuk op zijn plaats te houden als de snede klaar is. Je kunt hun positie bepalen door ze in te typen of door op de randen van het model te klikken.

Als je denkt dat het goed is, ga je naar het tabblad "Passes" om de snijdiepte te bepalen. Stel 3 mm in als snijdiepte.

Verwijder de aanloop en uitloop, maar behoud de helling. Dit zorgt voor een gladdere snede.

Klik op "OK" en dat is het!

Alle bewerkingen zijn gedefinieerd, maar voordat we naar de machine gaan, moeten we zeker weten dat we geen fouten hebben gemaakt. Daarvoor heeft Fusion een echt coole functie geïntegreerd: de bewerkingssimulatie.

Klik op je opstelling om alle bewerkingen te selecteren en klik dan op het pictogram "Simuleren". Je ziet dat het menu "Controller" verschijnt waarmee je de freesvolgorde kunt afspelen.

Controleer het gereedschapspad, controleer of de voorraad correct is ingesteld en nog veel meer."

GCode genereren

"OK, nu zijn al onze operaties gedefinieerd en de simulatie lijkt redelijk perfect te zijn, maar het is nog geen G-code.

Om die G-code te genereren, hebben we een postprocessor nodig. Klik op het pictogram "Post Process" en kies de postprocessor die overeenkomt met je machine.

Er zijn net zoveel post-processors als er machines zijn, maar de meeste worden standaard geïnstalleerd met Fusion.

Als je een Mekanika CNC machine gebruikt, bekijk dan ons artikel om te weten hoe je de juiste post-processor installeert. De link staat in de beschrijving hieronder.

Bij deze stap kun je je programma een naam geven of er eventueel commentaar op geven.

Klik op "OK" om je G-code te exporteren. Wacht even.

Er verschijnt nu een teksteditorvenster met alle regels van je programma.

OK, we zijn eindelijk klaar met het computerwerk. Laten we onze handen vuil maken aan de machine."